Heeft een rechtszaak tegen juice channels zin?
Juice Channels brengen juicy stories en schuwen daarbij een inbreuk op auteursrecht of wat schending van eer en goede naam niet. Ach, de grens van smaad opzoeken, waarom niet? En als ze zo’n grens overgaan, wat kun je dan doen? Soms heb je een recht, dat je ook best kunt halen, maar maakt het de situatie toch erger. Dat noemen we het Streisand-effect.

Aangifte = extra aandacht
Doe je aangifte wegens smaad of start je een rechtszaak wegens schending van eer en goede naam of bijvoorbeeld vanwege inbreuk op auteursrecht? Het is bijna een garantie op extra aandacht. Juist hierover zullen stories op Instagram worden gedeeld of zal er een video over worden gemaakt.
GeenStijl was hier een voorloper in. Zij publiceerden brieven die ze kregen als ze mogelijk iets hadden gedaan dat juridische grenzen zou overschrijden.
De vraag is daarom of een rechtszaak tegen juice channels of op andere wijze procederen eigenlijk wel zin heeft.
LawStories in je mailbox?
Life of Yvonne wil zelf liever niet besproken worden
En zelf deed ik het ook. Yvonne Coldewijer, ook wel bekend als Life of Yvonne stuurde me op Instagram een DM met ‘ook al zo obsessed’. Ze vond het vervelend dat mainstream media aandacht aan haar besteden en daar had ik dan weer een story over gemaakt.
Een DM gesprek volgde, dat ik deelde, omdat ik het belangrijk vond te bespreken hoe Juice Channels met dit soort zaken omgaan. Zo vond ze ook dat er “teveel ethisch geneuzel” in mijn content zit. En schreef ze: “We verwachten feiten van een jurist. Je lijkt nu eerder een journalist.” Ik probeer inderdaad steeds uit te leggen hoe het werkt en wat rechten en plichten zijn of, zoals in deze blogpost, wat voor- en nadelen zijn.
Dat kun je natuurlijk ‘ethisch geneuzel’ noemen. Het zo noemen, zegt alleen ook wat over het werk dat juice channels doen. En vervolgens ethisch geneuzel juist weer wegzetten als feitenloos ook. Bovendien proberen juist journalisten over het algemeen ook zo goed mogelijk feiten te brengen. Uitspraken die het waard zijn om te bespreken en die daarom in dit geval, onder omstandigheden, best gedeeld konden worden.
Ze vroeg me vervolgens om ze offline te halen. Dat deed ik. Om vervolgens op Instagram en Twitter te vertellen dat ze wilde dat ik het weghaalde. Daarbij moest ik natuurlijk wel herhalen wat zij had gezegd. Al dan niet in eigen woorden. Dus opnieuw aandacht voor dat wat ze juist niet wilde. En nu doe ik het weer! #oeps.
Een rechtszaak trekt aandacht
Een rechtszaak om aandacht weg te halen van dat waar je geen aandacht voor wilde? Meestal zal dat juist meer aandacht trekken. Ook door mensen die eerst helemaal geen idee hadden.
Het is wat Barbra Streisand overkwam toen zij erachter kwam dat haar huis was gefotografeerd. De foto was onderdeel van een project om de kustlijn in kaart te brengen. Alle foto’s werden gepubliceerd, dus ook die van haar huis. Overigens zonder mededeling dat het haar huis was, want dat was immers voor dit project niet interessant.
Barbra Streisand was bang dat door deze foto mensen opeens zouden weten welk huis van haar was. Dat wilde ze niet. De foto moest dus offline.
Ze ging erover procederen. Je moet dan natuurlijk weten over welke foto het gaat. Kortom, opeens werd haar naam juist wél op dat huis geplakt. Dat wat ze wilde voorkomen, bereikte ze zelf door die rechtszaak. De foto was eerst slechts enkele keren bekeken en gedownload. Door de rechtszaak was de foto’s opeens vele malen bekeken en gedownload.
Het krijgen van aandacht voor dat waar je de aandacht juist van weg wilde houden, noemen we daarom ook wel het Streisand effect.
Roddelpraat voor de rechter gesleept door Famke Louise
Roddelpraat deelde na de uitzending van #boos over The Voice of Holland een zogenaamde distrack van Famke Louise, die ze kort na haar vertrek bij Spec zou hebben opgenomen. Roddelpraat analyseerde de track en dacht er mogelijk wat in te horen over Famke Louise en haar ervaringen met Ali B.
Over die video was Famke Louise niet zo blij. Ze maakte er stories over op Instagram. Daarin beloofde ze ook ‘stappen te ondernemen’. Het gevolg? Roddelpraat maakte een video, besprak daarin de stories van Famke Louise door ze integraal te tonen én ze lazen de brief voor die ze van haar advocaat hadden gekregen en hoe een en ander in die dagen was verlopen. Nu de rechtszaak er dan eindelijk echt aan zit te komen, kwam daarover weer een nieuwe video online.
Ook als Roddelpraat te horen gaat krijgen dat bijvoorbeeld die eerste video offline gehaald moet worden of aangepast moet worden, zal dat voor hen geen probleem zijn. Ze zullen in elk geval hun verhaal doen over de rechtszaak zelf. Ook dat levert weer aandacht op. Zowel voor Roddelpraat als voor Famke Louise en de (inhoud van haar) distrack.
Famke Louise heeft dan haar recht gehaald, maar is ze er dan ook echt beter mee af? Als Famke Louise het op een inbreuk op haar auteursrecht gooit mag ze alle proceskosten vorderen. Doet ze dat niet of maar deels, dan zal de rechtszaak haar ook nog een hoop geld kosten.
Bovendien is de kans op het Streisand effect groot. De rechtszaak zullen het niet alleen de juice channels zijn die erover praten, maar is de kans groot dat ook andere media erover berichten. Zelf juristen worden dan misschien wel wakker en zullen over het vonnis publiceren. Puur vanuit juridisch oogpunt, maar wel met alsnog extra aandacht voor de partijen en voor de track. Bovendien bij een totaal ander publiek dan die er eerder al over hoorden.
Kunnen Juice Channels de procedures wel betalen?
Volgens Evert Santegoeds hebben juice channels het geld helemaal niet om zo onbezonnen te werk te blijven gaan en kosten rechtszaken ze teveel geld. Hij denkt daarom dat juice channels geen lang leven beschoren zijn.
“Santegoeds wijst erop dat de online partijen niet over middelen beschikken om zich te kunnen weren tegen sterren die advocaten inhuren die claims kunnen indienen. Volgens Santegoeds zijn de advertentie-inkomsten uit de kanalen niet voldoende om zelf topjuristen in te kunnen huren. „Op een dag krijgen ze rechtszaken en die strijd kunnen ze uit de opbrengsten van advertenties niet financieren, ook al win je een zaak”, zegt Santegoeds.” stond in het artikel in NRC van 10 december 2021, dat over juice channels ging.
Daar denk ik anders over. Volgens Quote zou Yvonne Coldewijer bijvoorbeeld een half miljoen per jaar verdienen. Naar schatting heeft ze op het moment van schrijven tussen de 3500 en 4500 abonnees op haar Petje.af account, waar mensen €10,- per maand voor betalen. Ze krijgen via Telegram vervolgens extra roddels en extra video’s, zo is de belofte.
Ook Roddelpraat heeft abonnees, maar dan via back.me. Dit kost €5,- per maand. Elke donderdag versturen ze een mail met daarin beeldmateriaal dat ze niet op YouTube hebben laten zien. Zij zien het daarom ook meer als een donatie dan een lidmaatschap. Zij vragen in de laatste video’s ook specifiek om een donatie ten behoeve van de rechtszaken.
Roddelpraat heeft 230.000 abonnees op hun YouTube kanaal. Al zou slechts één procent eenmalig doneren, kunnen ze daar waarschijnlijk een rechtszaak al wel van betalen.
Bovendien hebben deze juice channels meestal veel minder mensen die aan hun video’s of instagramstories meewerken. De kosten zijn dus veel lager dan van de roddelbladen die het enkel moeten hebben van advertenties en verkopen. In die zin bestaat er best een kans dat juice channels juist meer geld opzij kunnen zetten voor de rechtszaken dan de traditionele roddelpers dat kan.
Soms is een brief al genoeg
Overigens hebben zelfs juice channels wel eens de neiging om elkaar voor het gerecht te slepen. Zo zou Yvonne Coldewijer aangifte hebben gedaan tegen Roddelpraat wegens smaad en schijnt ze zelf brieven te laten sturen naar juice channels die screenshots van haar stories delen.
Stories op Instagram staan natuurlijk sowieso al maar 24 uur online. De brief zal daardoor vaak te laat komen en als deze wel op tijd is, dan is het verwijderen meestal niet zo’n punt, omdat de meeste mensen de stories toch al gezien hebben. Bovendien boeren niet alle juice channels zo goed als Life of Yvonne en Roddelpraat en zijn ze wellicht sneller genegen om uit kostenbesparing de content offline te halen. Met het online laten staan valt immers geen financiële winst te behalen.