Auteursrecht: Linken en Embedden mag
Is het internet dan toch vrij? Embedden mag sinds 2014. Linken, ook naar evident illegaal openbaar gemaakte content, lijkt ook te mogen. Dat is in elk geval voorlopig de conclusie van de A-G. Binnenkort horen we hoe het Hof van Justitie in Luxemburg daar over denkt. Dat het mag is misschien niet per se gek, maar het kan wel grote gevolgen hebben voor de keuze om iets wel of niet op internet te publiceren. Het kan namelijk legaal door anderen gebruikt worden. Soms zelfs op jouw kosten.
LET OP! Linken naar illegaal geuploade content kan soms wel een inbreuk zijn, volgens het Geen Stijl/Britt Dekker arrest.
Wat is Embedden?
Embedden betekent eigenlijk niet meer dan inbedden of insluiten. Op het internet bedoelen we daarmee dat we content van website A, insluiten op website B. De content, zoals een foto of filmpje, muziek of zelfs tekst, blijft op de website en servers van website A staan, maar is ook te zien op website B. We hoeven dus niet meer door het klikken op een link naar website A om de content te kunnen zien.
Embedden wordt veel gedaan met YouTube filmpjes. Getty Images heeft het sinds begin 2014 mogelijk gemaakt om afbeeldingen te embedden. Hierdoor kunnen foto’s van Getty gratis door anderen gebruikt worden. Getty heeft hiermee enige invloed over hoe de foto’s getoond worden. Bovendien zouden ze er nog reclame onder of voor kunnen zetten, foto’s kunnen verwijderen of vervangen.
LawStories in je mailbox?
Openbaar Maken
Een van de rechten die je krijgt wanneer je het auteursrecht op een werk hebt, is het recht om dat werk openbaar te maken. Dat wil zeggen dat je het tentoon mag stellen, mag publiceren en dat soort zaken. Elke keer dat het werk openbaar gemaakt wordt, is een nieuwe openbaarmaking. Er is dus niet zoiets als ‘openbaar is openbaar’. Heeft de foto in een krant gestaan en wordt het vervolgens in een tijdschrift geplaatst, dan is de publicatie in dat tijdschrift een nieuwe openbaarmaking. Als diezelfde krant de foto ook op zijn eigen website plaatst, is dat ook weer een nieuwe openbaarmaking. Het delen van de foto op Twitter en Facebook zijn ook weer nieuwe openbaarmakingen. De mensen die het tijdschrift lezen, lezen niet allemaal ook die ene krant. Wie de foto op Twitter of Facebook heeft gezien, heeft misschien niet de foto op in de krant gezien. Er wordt telkens een ander publiek bereikt. Voor elke openbaarmaking is daarom opnieuw toestemming nodig van de maker van het werk.
Nieuw Publiek?
De vraag is of er met embedden een nieuw publiek wordt bereikt? Ofwel: is embedden een nieuwe openbaarmaking? Volgens het Hof van Justitie is dat, onder voorwaarden, niet het geval. Het Hof neemt namelijk iedereen met een internetaansluiting als één publiek: het internetpubliek. Iedereen met een internetaansluiting heeft immers de potentie om alle openbare websites te bezoeken. Vergelijk dat maar met een krant: die bereikt in potentie alleen de abonnees, wat losse verkoop en lezers via de bieb en kranten die met bijvoorbeeld de buren gedeeld worden. Groter kan het bereik niet worden zonder inbreuk op auteursrecht.
Geen Kopie!
Met embedden wordt dus geen nieuw publiek bereikt, omdat iedereen met een internetaansluiting de content toch al had kunnen zien. Belangrijk daarbij is wel dat de content niet gekopieerd wordt. Het moet dus echt op website A blijven staan. Downloaden en weer uploaden is absoluut uit den boze. Wanneer er een hyperlink gedeeld wordt op Twitter of Facebook, wordt vaak automatisch de afbeelding behorend bij dat artikel meegenomen. Die foto wordt opgeslagen, zodat het sneller geladen kan worden. Er is in dat geval dus geen sprake meer van embedden. Dit oordeelde de rechter nog op 2 oktober in de zaak van Ferry de Kok tegen MyJour. MyJour had er voor moeten zorgen dat er geen foto’s werden meegenomen toen ze de link naar een artikel deelden.
Alleen Openbare Werken
Embedden mag niet grenzeloos. Het is aan een paar voorwaarden verbonden. Zo moet de content al wel openbaar en vrij toegankelijk zijn. Door te embedden mag er ook geen nieuw publiek bereikt worden. Er mag niet om betaalmuren of een inlog heen gewerkt worden bijvoorbeeld. Tot slot mag er geen nieuwe techniek gebruikt worden. Er mag dus geen technische omweg bedacht worden om de content toch te kunnen delen, terwijl dat eigenlijk niet kon door middel van een eenvoudige embed.
Overigens mag een werk nog steeds niet verminkt worden. De afbeelding bijsnijden of er een laag overheen leggen, mag naar mijn idee daarom ook niet. Het verandert het werk, in elk geval zoals het waargenomen kan worden.
Geen Toestemming en Geen Vergoeding
Het Hof zegt hiermee dat embedden geen auteursrechtelijk relevante handeling is. Het is geen openbaar maken en het is geen verveelvoudigen. Embedden mag daarom zonder toestemming, zonder naamsvermelding en zonder er een vergoeding voor te hoeven betalen. Dat betekent voor fotografen dat foto’s in een portfolio embed mogen worden en dat foto’s die je aan een krant hebt geleverd, vanaf de website van die krant embed mogen worden. Niet elke keer wanneer je een foto van jouw hand op een website ziet, zal het een inbreuk zijn. Je zult moeten kijken naar de code om te weten of er sprake is van embedden of dat de foto toch is gekopieerd.
Ook Embedden uit Illegale bron?
Embedden uit illegale bron mag ook. Het is tenslotte geen auteursrechtelijk relevante handeling. Uit de conclusie van de AG in de zaak tussen GeenStijl en Playboy/Britt Dekker, mogen we opmaken dat alles dat nu eenmaal bereikbaar is op internet, ook openbaar is. Dat content soms lastig te vinden is, doet er niet toe. Zelfs als we weten dat content illegaal is geupload, mogen we nog linken naar die content. Embedden van die content mag dus ook.
LET OP! Linken naar illegaal geuploade content kan soms wel een inbreuk zijn, volgens het Geen Stijl/Britt Dekker arrest.
De nadelen van Linken en Embedden
Vooral embedden kan nog een grote kostenpost worden voor de oorspronkelijke openbaarmaker. Iedereen die embedded content bekijkt, maakt in feite gebruik van de website van de persoon of het bedrijf dat de content eerst openbaar maakte. En hoe meer bezoekers, hoe hoger de kosten. Die kosten wil je natuurlijk voorkomen. In dat geval zul je er voor moeten zorgen dat hotlinken naar jouw website niet mogelijk is.
Daarnaast is het voor veel makers heel vervelend dat er embed kan worden. Je wil je portfolio online kunnen tonen, om daarmee klanten te trekken. Maar als jouw werk overal te zien is, zonder jouw naamsvermelding en zonder fatsoenlijke link naar jouw website, heb je er niets aan. “Moet je het maar niet op internet zetten”, hoor je veel mensen zeggen. Maar een onderneming zonder website en een maker zonder portfolio, dat is niets meer tegenwoordig. Terwijl een fiets die niet op slot staat, toch niet gestolen mag worden, lijken makers hun werk steeds meer te moeten beschermen, omdat stelen anders gewoon is toegestaan. Goed, die vergelijking gaat natuurlijk wat mank, omdat er geen sprake is van echt stelen, maar wel van het ontnemen van de mogelijkheid om meer te kunnen verkopen of opdrachten binnen te halen.
Met linken is er een zelfde soort probleem. Er mag immers gelinkt worden naar content die onrechtmatig is gepubliceerd. Dus ook als je er zelf voor gezorgd hebt dat jouw werk niet online is komen te staan, maar iemand anders doet dat wel of je hebt het gedeeld in een map waar in theorie iedereen bij kan en iemand deelt die link op een openbare, goed bezochte website, dan is je content opeens toch online. Je mag natuurlijk de persoon die het illegaal online plaatste aanpakken, maar vaak is lastig te achterhalen wie dat precies geweest is, waardoor je je eigen rechten niet of nauwelijks kunt handhaven.
Alles achter slot en grendel
De oplossing? Alles achter slot en grendel zetten. Afbeeldingen toch weer in flash bestanden stoppen, voorkomen dat een hotlink naar jouw website mogelijk is of alles achter een wachtwoord zetten. Hoe minder openbaar, hoe beter